SV | Toen maakten zich op, en gingen over in getal, twaalf van Benjamin, te weten voor Isboseth, Sauls zoon, en twaalf van Davids knechten. |
WLC | וַיָּקֻ֖מוּ וַיַּעַבְר֣וּ בְמִסְפָּ֑ר שְׁנֵ֧ים עָשָׂ֣ר לְבִנְיָמִ֗ן וּלְאִ֥ישׁ בֹּ֙שֶׁת֙ בֶּן־שָׁא֔וּל וּשְׁנֵ֥ים עָשָׂ֖ר מֵעַבְדֵ֥י דָוִֽד׃ |
Trans. | wayyāqumû wayya‘aḇərû ḇəmisəpār šənêm ‘āśār ləḇinəyāmin ûlə’îš bōšeṯ ben-šā’ûl ûšənêm ‘āśār mē‘aḇəḏê ḏāwiḏ: |
Toen maakten zich op, en gingen over in getal, twaalf van Benjamin, te weten voor Isboseth, Sauls zoon, en twaalf van Davids knechten.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen maakten zich op, en gingen over in getal, twaalf van Benjamin, te weten voor Isboseth, Sauls zoon, en twaalf van Davids knechten.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!